Beschermd wonen met pgb
Beschermd wonen valt sinds enkele jaren onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Voorheen waren deze regelingen ondergebracht bij de AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten). De gemeenten hebben de verantwoording over de gehele Wmo-zorg, inclusief de organisatie en financiering van het beschermd wonen. Voor de financiering van deze zorg zijn een aantal regelingen getroffen.
Deze centrumgemeenten hebben de verantwoordelijkheid dat de bewoners de ondersteunende zorg krijgen die ze nodig hebben. Hierbij werkt de gemeente samen met een groot aantal zorgaanbieders in de regio, die in deze wetgeving vallen onder de noemer: Wmo-contractpartners. De gemeente is de bepalende instantie die uitmaakt wie er recht heeft op welke zorg. Daarnaast zorgt de gemeente voor de financiering van de zorg aan de Wmo-contractpartners. Deze manier van betaling heet Zorg in Natura (ZIN).
Zorg in Natura kan niet als de zorgaanbieder geen contractpartner is van de gemeente. In deze situaties moet de zorg betaald worden worden met het PGB. In deze financieringsconstructie zal de overheid geen zorg aanbieden maar de kosten van de zorg aan de hulpbehoevende verstrekken. Hiermee kan de hulpbehoevende vervolgens zelf een keuze maken waar de zorg wordt genoten. In de praktijk gaat het geld in deze financieringsconstructie direct over van de SVB (sociale verzekeringsbank) naar de zorgaanbieder. Het voordeel van deze constructie is dat de zorgbehoevende een veel grotere keuzevrijheid geeft.
De zorgaanbieder zal een zorgbudget plan met de cliënt opstellen waarin de omschrijving van de zorg staat beschreven en tevens de zorgkosten. Na accorderen van de centrumgemeente mag de cliënt gebruik maken van de zorg van de PGB-zorgaanbieder. De zorgaanbieder zal het bedrag dat in het zorgbudget plan staat dan maandelijks declareren bij financierende instantie, de Sociale Verzekeringsbank.